De
VVD bracht hierbij twee moties in.
De
1e betrof de Motie 29 Inbreiding en Hoogbouw, die voortborduurde op de eerder
uitgebrachte VVD Visie Hoogbouw: bouw de hoogte in om groene plekken te sparen.
De motie vraagt om het opstellen van kaders, die bij de uitwerking van de Visie
Stadshart kunnen worden betrokken. Voorafgaand aan het opstellen van zo’n visie
verdient het aanbeveling – het CDA kwam daarmee – de uitgangspunten voor
Hoogbouw een Ronde Tafel Gesprek te organiseren met deskundigen en betrokkenen.
De motie werd grootst mogelijke meerderheid aangenomen.
Bij de 2e Motie (44) ging het om een feitenonderzoek autoverkeer. Reden voor deze tegenmotie vormde Motie 32, waarin met een aantal premissen werd opgeroepen te onderzoeken HOE de binnenstad geschikt was te maken voor bestemmingsverkeer. De VVD vindt, dat je niet zomaar mag afgaan op de uitgesproken overlast van een aantal binnenstadbewoners. Het behoort met vaststelling eerst van de feiten vervolgens tot een zorgvuldige belangenafweging te komen. Na een schorsing met veel gepalaver over een compromistekst, werd unaniem een motie aangenomen, die pleitte voor onderzoek OF de binnenstad toegankelijk is te maken voor bestemmingsverkeer en zo ja HOE. Dus volgtijdelijk: eerst onderzoek en dan eventueel pas maatregelen.
Amendement 30A over experimenten met parkeeroplossingen voor o.a. de Muurhuizen kon onze goedkeuring niet wegdragen, omdat we ook hier eerst de feiten willen vaststellen.
Verder
kwam een Motie (33) aan de orde over het aanvullen van de Visie Stadshart met
een passage over de toegankelijkheid voor mensen met een beperking. Een
geratificeerd Verdrag hierover heeft directe werking. De VVD stemde voor, maar
gaf wel aan dat uitvoering van het verdrag landelijk verregaande gevolgen zou
hebben: een miljardenaangelegenheid.
En
dan Motie 35 die opriep (geïntegreerde) zonnepanelen in de binnenstad toe te
staan. In de politiek is herhaalgedrag vaak usance, maar dit wekte verbazing,
omdat eerder de raad dit had afgewezen op basis van behoud van het historisch
erfgoed. De VVD vroeg zich ook af, of het voorstel wel het draagvlak bij
inwoners van de binnenstad had.
Motie 41 was tot slot typisch een voorstel dat past in het huidige tijdsgewricht: “Samen maken we het Stadshart”. Bij alles en nog wat willen we tegenwoordig de inwoners betrekken om de al dan niet vermeende kloof met de politiek te verkleinen. Die op zich positieve gedachten, ook wel aangeduid als burgerparticipatie en co-creatie, heeft al meermalen tot frustraties geleid. Een afschrikwekkend voorbeeld waren bijvoorbeeld de bijeenkomsten van G-1000, waarvan de voorstellen in schoonheid stierven. Probleem is dikwijls ook dat actieve deelnemers eenzijdige, partijdige opvattingen inbrengen, althans geen breed en algemeen gedeelde meningen. De gemeenteraad, democratisch gekozen, moet dan in het algemeen belang de noodzakelijke wijzigingen aanbrengen. Bij de deelnemers geeft dit teleurstelling. De VVD ondersteunde uiteraard de Motie, maar drong aan op een zorgvuldig toetsingskader om frustraties aan de eindstreep te vermijden.